Terug naar Encyclopedie

Bevoegdheid en Verplichting tot Handhaving in het Bestuursrecht: Leiden

Gemeente Leiden is bevoegd maar niet verplicht tot handhaving (art. 5:1 Awb), tenzij dwingend recht. Motivering essentieel; overtreder kan dit via rechter afdwingen bij nalatigheid, bv. bij Airbnb of terrasovertredingen.

1 min leestijd

Bevoegdheid versus verplichting in Leiden

In het bestuursrecht geldt het uitgangspunt van 'bevoegd maar niet verplicht' tot handhaven, zoals bevestigd in artikel 5:1 Awb. De gemeente Leiden heeft discretionaire bevoegdheid bij handhaving, maar moet dit motiveren op grond van evenredigheid en zorgvuldigheid. Uitzonderingen bestaan bij dwingendrechtelijke normen, zoals bij acuut gevaar voor de openbare gezondheid in de binnenstad of rond de universiteitscampus.

De Raad van State hanteert de 'integrale motiveringsplicht': het Leidse college van burgemeester en wethouders moet uitleggen waarom niet milder wordt ingegrepen, bijvoorbeeld bij illegale Airbnb-verhuur in historische panden, of waarom handhaving achterwege blijft bij kleine bouwovertredingen langs de Rijn. Dit voorkomt passiviteit bij structurele overtredingen in wijken als de Mare of Professorenwijk.

Grensgevallen in Leiden

Bij kleine overtredingen, zoals tijdelijke terrasuitbreidingen op de Breestraat, kan stilzitten gerechtvaardigd zijn, mits gedocumenteerd in het handhavingsbeleid van de Omgevingsdienst. Bij herhaalde non-compliance, zoals bij geluidsoverlast van studentenhuisvesting, is handhaving verplicht. Jurisprudentie (ECLI:NL:RVS:2021:567) stelt dat beleidsregels van de gemeente Leiden geen vrijbrief zijn voor niet-handhaven.

Overtreder kan afdwinging eisen via de bestuursrechter indien het Leidse bestuur onrechtmatig handhaaft of nalatig is, bijvoorbeeld bij niet-toezien op naleving van de APV in het centrum. Dit evenwicht waarborgt zowel handhaving als rechtsbescherming voor Leids burgers en ondernemers.