Wie draagt de bewijslast in Leidse zaken?
In letselzaken voor de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Leiden, rust de primaire bewijslast bij kansenverdiscontering op het slachtoffer (artikel 150 Rv). De rechter onderzoekt echter ambtshalve relevante feiten (artikel 6:98 BW), vooral relevant in lokale arbeidsongevallen rond de Universiteit Leiden of universiteitsziekenhuis LUMC. Verzekeraars moeten kwade kansen onderbouwen met deskundigenrapporten, afgestemd op regionale data uit de Leidse regio.
Het arrest HR 11 mei 2018 (ECLI:NL:HR:2018:807) benadrukt dat speculatieve kansen niet meetellen; alleen aannemelijke scenario's, zoals carrièrereductie bij Leidse academici. Proceduraal beveelt de Leidse rechtbank vaak deskundige benoemingen aan, met input van lokale arbeidsdeskundigen.
Tips voor procespartijen in Leiden
Slachtoffers uit Leiden verzamelen voorvalgegevens, medische dossiers van LUMC en gedetailleerde carrièrehistorie; verzekeraars gebruiken probabilistische modellen gebaseerd op regionale werkgelegenheidscijfers. Bezwaar tegen deskundigenrapporten kan via artikel 200 Rv bij de Rechtbank Den Haag. Gerechtshoven, waaronder in Den Haag, nagelen bindende adviezen vast, tenzij kennelijk onredelijk.
Deze aanpak, toegespitst op Leidse context, voorkomt trial-and-error en verhoogt voorspelbaarheid in lokale letsel- en arbeidsconflicten.