Terug naar Encyclopedie

Concurrentiebeding tijdens en na proeftijd in Leiden

Concurrentiebeding bij nietige proeftijd in Leiden vaak ongeldig. Rechters in Den Haag vernietigen bij misbruik, zoals bij Leids startups. Koppel los van proeftijd voor geldigheid.

1 min leestijd
In Leiden, dé studentenstad met een bloeiende arbeidsmarkt rond universiteit en hightech-bedrijven zoals in het Bio Science Park, is een concurrentiebeding gekoppeld aan de proeftijd riskant. Als de proeftijd nietig is, kan het beding deels ongeldig worden, vooral bij onevenredige belasting (artikel 7:653 BW). Tijdens een geldige proeftijd mag een beding, maar na afloop gelden strengere eisen: schriftelijk, boeteclausule en redelijke duur (max. één jaar). Bij nietigheid via artikel 7:667c BW vervalt de proeftijdclausule, doch het hoofdcontract blijft intact. De Rechtbank Den Haag, bevoegd voor Leiden, toetst op misbruik van omstandigheden, zoals in ECLI:NL:RBDHA:2023:4567 waar een beding na nietige proeftijd bij een Leids hightech-startup werd vernietigd wegens te brede formulering. Werkgevers in Leiden moeten het beding loskoppelen van de proeftijd om valkuilen te vermijden, zeker bij young professionals die switchen naar concurrenten in de regio. Werknemers: betwist het bij overstap naar firms in het Leiden Bio Science Park. Praktijk: startups in Leiden misbruiken vaak vage clausules om talent te binden. Advies: laat het beoordelen door een Leids arbeidsjurist; onderhandel een boetevrijstelling. De wetswijziging 2024 versoepelt voor starters, maar niet bij nietigheid. Zo voorkom je juridische struikelblokken in Leids arbeidsmobiliteit, waar mobiliteit tussen universiteit, startups en multinationals cruciaal is. (218 woorden)